werk tweetalig België

Eén van de interessante dingen aan wonen in België.

België heeft drie officiële talen: Nederlands, Frans en Duits. Vooral in en rond Brussel zijn er veel bedrijven die tweetalig werken. Of waar in ieder geval kennis van de tweede landstaal belangrijk is, dat leerde mijn banenjacht mij vorig jaar. Maar wie had ooit gedacht dat ik als Nederlander aangenomen zou worden voor een functie waarin Frans best belangrijk is? Ik niet.

Laten we beginnen met de disclaimers. In sommige bedrijven mag ieder zijn eigen taal praten en wordt er verwacht dat je Frans en Nederlands verstaat. Op mijn werk is Nederlands de ‘hoofdtaal’. Als copywriter schrijf ik teksten. Bijna al die teksten moeten uiteindelijk in het Nederlands en Frans geschreven worden. Dat betekent ook dat de helft van mijn team Franstalig is. Ik ben onderdeel van het Nederlandstalige deel van het team, want mijn Frans is niet zo spetterend.

Disclaimer 2: Ik werk er nog niet eens een jaar. Dit artikel is volledig geschreven vanuit mijn persoonlijke ervaring. Voor andere mensen/bedrijven/functies/afdelingen zal het ongetwijfeld heel anders zijn. Omdat het ‘werken in twee talen’ best Belgisch is, lijkt het me leuk om jullie te vertellen hoe dat voor mij gaat.

Nederlands vs. Nederlandstalig

Ik werk als Nederlandstalig copywriter. In mijn geval ben ik ook een Nederlandse copywriter, maar de rest van mijn team is Nederlandstalig en Franstalig. Niet Nederlands en Frans. In het begin had ik het soms over ‘mijn Franse collega’. Nope, wrong. Het zal aan mijn bekrompen Nederlandse wereldbeeld liggen, maar de beschrijvingen Frans en Nederlands heb ik snel afgeleerd.

Tweetalig werken: in het kort

Stel, er is een brochure die naar Nederlandstalige en Franstalige klanten gestuurd wordt. Dan zijn er twee teksten nodig: een Nederlandse en een Franse. Vaak betekent dat dat er twee planningen door elkaar heen lopen en dat is soms best lastig. Want wanneer begin je aan de vertaling? Je zou kunnen wachten tot de eerste tekst 100 procent goedgekeurd is. Dat levert de vertaler van die tekst het minste werk op.
In de praktijk zijn er vaak feedbackrondes, deadlines, spoedklusjes, of een belangrijke tekst moet in beide talen goedgekeurd worden… Kortom, er is niet altijd tijd om te wachten met vertalen tot de eerste taal helemaal definitief is.

Zomaar een aanpassingen doen in mijn tekst zit er daardoor niet in. Ik moet altijd bijhouden wát ik precies aanpas, want mijn collega moet dezelfde aanpassingen in de Franse tekst doen. Een dikke inhoudelijke fout in mijn tekst? Ook die blunder moet ik bekennen aan mijn collega, want hij/zij moet het aanpassen in de vertaling. Uiteindelijk worden de twee teksten na afloop nog een keer vergeleken.

Als ik Nederlandse vrienden vertel over mijn werk, reageren ze regelmatig met: ‘Maar dat is toch omslachtig?!’ Misschien wel, maar het proces in twee talen vind ik tegelijkertijd één van de interessante dingen aan mijn werk.

Werken zonder dat je je collega’s echt verstaat?

Ik heb geluk dat de voertaal op mijn werk Nederlands is. Mijn Franstalige collega’s spreken goed Nederlands. Ik vind het superknap Het is vermoeiend om in een andere taal bezig te zijn en mijn collega’s doen dat de hele dag. Op professioneel niveau. Ik kan al een dutje doen na mijn Frans-cursus.

Onderling wordt er natuurlijk wel eens Frans gepraat. Ik kan de kern van de verhalen steeds beter volgen. Zodra een verhaal echt interessant wordt, gaat het tempo omhoog. Op het moment dat de roddels, frustraties en goede verhalen loskomen, zijn ze mij allang kwijt. Handig als ze even over mij willen roddelen. Ik voel de taalbarrière soms wel een beetje. Ik ben me er ook van bewust dat ik door mijn Nederlands-Nederlandse accent voor sommige Franstalige collega’s iets moeilijke verstaanbaar ben.

Een nieuwe taal leren

Ik vind het supertof dat mijn werkgever me heeft aangenomen ondanks mijn gebrek aan Frans-skills. Mijn werk investeert in 1,5 uur per week privéles voor mij en in mijn vrije tijd volg ik nog 3 uur per week een cursus in Antwerpen. Het gaat langzaam beter. Als je het vergelijkt met het begin gaat het zelfs een stuk beter. Gezien de tijdsinvestering ben ik zelf niet per se onder de indruk, maar dat is volgens mij normaal als je een taal leert. Ik stuur mijn Franstalige collega’s chatberichten in het Frans. De meesten lijken dat te waarderen en er ook iets opener door te worden. Als één van hen me een compliment geeft over mijn (bijna) foutloze bericht, schiet mijn ego meteen de hoogte in. Hoe leuk zou het zijn als ik me ooit redelijk vloeiend kan redden in die taal? – Over mijn Nederlandse accent hebben we het even niet.

Fake it till you make it

Af en toe vertaal ik korte teksten van Frans naar Nederlands. Best spannend, want af en toe sluipen er best onbenullige foutjes in. Mijn collega’s lezen mijn teksten met her en der een taalblunder hopelijk met liefde na. Al doende leert men. Verschillende fake it till you make it-strategieën helpen me doen alsof ik me prima red in het Frans. Eén van mijn geheime tips – met jullie deel ik hem graag:

Als je voor een bedrijf werkt met een tweetalige website, kun je voor de vertaling van specifieke woorden even Googlen of het woord of de uitdrukking al ergens op jullie website staat. Ja? Top! Switch de pagina van Frans naar Nederlands om te ontdekken hoe je een woord kan vertalen.

“Faire semblant jusqu’à ce que vous réussissiez.” Dit komt dus gewoon van de vertaalmachine Deepl. Waarschijnlijk is het hartstikke fout. Maar hey, ik werk op een tweetalige afdeling en ik functioneer.

Photo by Nick Morrison on Unsplash